Hoefslag #7 2024
Ik ben weleens benieuwd wat je zou horen als je mocht meeluisteren in het hoofd van één van de Olympische deelnemers tijdens hun proef. Ik denk vast niet dat je ze hoort denken: “Nu een halve ophouding, linkerbeen, rechterhand…” Waarschijnlijk is het best stil daar, in die spannende minuten. Deze ruiters rijden dan op hun gevoel. Maar de capaciteit om je gedachten stil te zetten kan alleen als je de kennis van het paardrijden zodanig hebt geïnternaliseerd, dat je er niet meer over na hoeft te denken. Of met andere woorden: alleen als je de theorie volkomen beheerst, kan je die loslaten.
En daar is het ook waar bij veel ruiters de schoen wringt: het ontbreekt in veel gevallen aan de elementaire kennis van het paardrijden. Logisch, dat je als ponykind geen interesse hebt in de theorie achter de halve ophouding. En vertel een kind niet hoe je een bocht rijdt: dat gaat toch vanzelf! Maar als deze ruiters ouder zijn, en het paardrijden een serieuze sport wordt, dan is het weleens handig om te weten hoe en wanneer je een halve ophouding maakt. En waarom je een paard dat “vastzit” niet keihard in zijn mond moet trekken. En een galopwissel- dat is toch niet het omgooien van je paard. Daar zit een hele theorie achter. Mensen die van toeten nog blazen weten, gaan proberen een paard een galopwissel te leren. Met als gevolg dat het paard op zijn best leert de wissel in tweeën te springen. Iets wat moeilijk weer af te leren is. En zo worden veel goede paarden verpest voor de sport.
Tijdens mijn eigen rij-opleiding werd ik tot vervelens toe overhoord over de theoretische kant van het rijden: “Wat ben je nu aan het doen en waarom doe je dat?” was een dagelijks terugkerende vraag. Die moest ik dan beantwoorden met het Skala van de opleiding als referentie- want ja, ik zat in Duitsland. Vraag nu aan een instructeur om dat skala eens uit te leggen en het wordt oorverdovend stil. En dat, terwijl er een prima beschrijving in ieder dressuurproevenboekje staat. Je zou denken dat de opleiding voor de instructeurs in Nederland niet goed is, maar dat is helemaal niet het geval. De leerboeken van de Orun opleiding tot instructeur geven een prima theoretische basis. Alleen de aansluiting met de praktijk lijkt te ontbreken. Het boekje kennen is één ding, de theorie op een goede manier in de praktijk brengen een ander. En laten we eerlijk zijn: het is ook niet zo “sexy” om als instructeur steeds maar die theorie erbij te halen. Lekker rondracen in de bak is toch veel leuker!
Het ontbreken van technische kennis heeft invloed op het paardenwelzijnn
Het ontbreken van kennis bij veel (de meeste) ruiters is geen papieren tijger: het heeft direct invloed op het paardenwelzijn. Ruiters die niet weten waar ze mee bezig zijn, kunnen hun paard onbedoeld schade toebrengen. Daarom wil ik ruiters en instructeurs graag motiveren om aandacht te schenken aan de theorie. Nodig eens een instructeur uit voor een theorie-avond bij de ponyclub deze winter. Of vraag een boek voor je verjaardag, zoals het leuke en toegankelijke boek van Johann Hinnemann & Coby van Baalen, “De Eenvoud van de Dressuur”, voor iedereen begrijpelijk verwoord door Claartje van Andel. Of voor de bollebozen het standaardwerk van Gustav Steinbrecht…En als je de theorie helemaal begrijpt, dan zet je de knop gemakkelijk om en ga je verder op je gevoel…