Hoefslag #6 2024
Met de opkomende populariteit van de barokke paardenrassen in Nederland is ook een afsplitsing gekomen in de dressuursport. Veel ruiters van deze bijzondere rassen zetten zich af tegen het spectaculaire rijden dat er destijds in de ring te zien was. Er werden vraagtekens gezet bij de paardvriendelijkheid en men zocht naar nieuwe methoden die aansloten bij het lichtheidsideaal. De oplossing werd gevonden in de klassieke rijkunst en zo ontstond een schijnbare tweedeling: je reed ófwel klassiek ófwel modern.
Hoewel ik een liefhebber ben van het moderne dressuurpaard en ik graag kijk naar de verrichtingen van de internationale dressuurtop, wil ik mijzelf wél “klassiek geschoold” noemen en dat ook overdragen. Ik ben geen “Ridder in de Klassieke Rijkunst” en doe niet aan hogeschoolsprongen. Ook kleed ik me niet als een edelman uit een ver verleden, hoewel mijn rijdtenue best ouderwets is, vergeleken met de huidige mode.
Het claimen van de term “klassieke rijkunst” door deze barokke groep stoort mij zeer. Voor mij zijn de klassieke beginselen, die er jarenlang door échte grootmeesters bij mij ingehamerd zijn, heilig. Dan praat ik over instructeurs die zelf Olympisch gecoacht en gereden hebben, niet de minsten dus.
Die barokke ruiters zijn vaak helemaal niet klassiek.
In veel gevallen slaan zij de basis over omdat hun paard de piaffe “zo lekker aanbiedt”. In de wedstrijdring slaan ze geen deuk in een pakje boter, dus organiseren ze hun eigen toernooien. Laatst hoorde ik een goeroe zeggen “de beste aanleuning is geen aanleuning”, hang die maar boven je bed. Ook zag ik een dame op een jong paard met alleen een stang rijden…waar zijn we mee bezig? Dat is geen rijkunst maar een rijkunstje. Ten koste van het paard. Ook het trainen vanaf de grond zou voorbehouden moeten zijn aan zeer ervaren trainers die door jarenlange ervaring weten wat ze kunnen aanrichten. Met een trainingsweekend en de aanschaf van een dubbele longe ben je er nog lang niet.
Er is een wildgroei aan “beroepsopleidingen” met ieder een eigen certificaat en een fraaie, te behalen titel. Hier laat de KNHS volgens mij een steekje vallen. Zij bieden uitstekende opleidingen aan, maar “ORUN 1 instructeur” bekt niet zo lekker als “Markies in de Renaissance rijkunst “. De KNHS probeert dat op te lossen door dan maar hogeschoolsprongen in hun curriculum op te nemen, onder het motto “if you can’t beat them…”. Misschien moet de KNHS eens vaker over de grens kijken. Daar zijn legio échte Reitmeisters, die hun kennis graag delen. Ik wil de term “klassiek” dan ook terugclaimen voor het moderne rijden. En niet alleen de term, maar ook de manier van rijden volgens de principes van het (Duitse) Training Scala, zoals die ook door de ORUN onderwezen wordt. Niks exotisch, dat is gewoon het rijden van nu!
De paardenliefhebbers die teruggrijpen op de rijkunst uit barokke tijden, gekleed in een fraai kostuum, zou ik beoefenaars van “barokke rijkunst” willen noemen. Als ze dat doen binnen de principes van de moderne rijkunst is dat wat mij betreft prima. Als je fraai gekleed op een prachtig barok paard een show wilt geven is dat natuurlijk heel erg leuk en dat juich ik ook toe, maar wees voorzichtig met de hogeschooloefeningen en al helemaal met de schoolsprongen. Die horen thuis in het circus tussen de clowns en andere acrobaten.
Comments