Lang gehoopte shift in beoordeling dressuurproeven op komst?
- Henk Jan Vroom
- 5 dagen geleden
- 3 minuten om te lezen
Iedere paardenliefhebber ziet liever een “happy athlete” in de baan, dan een gespannen, maar spectaculaire grootdraver, met duidelijke tekenen van ongemak. Dat geldt natuurlijk ook voor de juryleden. Toch worstelen juist deze poortwachters vaak met het omlaagpunten van stressvolle paarden.
Het is misschien wel onder druk van het publiek dat hun idolen graag ziet winnen, dat de juryleden meebuigen en tekenen van stress relativeren. Daarbij ontbreekt het hen waarschijnlijk ook aan goede richtlijnen om deze ongewenste rijstijl zwaarder te kunnen bestraffen. Het gevolg was tot voor kort een hoge waardering voor spektakel. Toch lijkt er, internationaal, nu een kentering in zicht, mede ingezet door de FEI. Afgelopen voorjaar werd in Lausanne het jaarlijkse FEI sports Forum gehouden. Tijdens dit forum werd een “Dressage Strategic Action Plan” aangekondigd, waarbij meer aandacht zal komen voor het paardenwelzijn in de sport. Naast de mogelijkheid om met trens in driesterren Grand Prix wedstrijden te rijden, komt daarin ook het jureren aan bod.

De effecten van deze aangekondigde wijziging waren al zichtbaar tijdens de Dutch Masters in maart in Den Bosch. Zowel in de Wereldbeker Grand Prix als in de kür waren er adembenemend mooie momenten. Opvallend was de terechte waardering van de rijstijl van Becky Moody, die volgens de juryleden aansluit bij het beeld dat we tegenwoordig willen zien: meer lichtheid en vanzelfsprekendheid en wat minder nadruk op spektakel.
Compiègne wakeup call voor de Nederlandse dressuursport
De resultaten van de Nederlandse deelnemers in Den Bosch waren volgens velen al teleurstellend. Dit weekend in Compiègne was het resultaat desastreus. Veel hadden moeite met het vinden van een fijne aanleuning en reden kort in de hals en met een open mond. Scores van Nederlandse deelnemers onder de 60% zijn iets om je voor te schamen op een internationaal driesterren concours. En dat, terwijl dezelfde combinaties op Nederlandse wedstrijden geregeld boven de 70% scoren. Ik zou me als Nederlandse juryleden even achter mijn oor krabben met dergelijke verschillen die regelmatig te zien zijn. Het lijkt wel of wij hier, blij met ons zelf, op een eilandje wonen, met een eigen dressuurstijl die ver afstaat van de internationale maatstaven.
Je kan je natuurlijk afvragen hoe erg dat nou is, een open mond of een opgetrokken tong en rollende ogen, als het paard verder spectaculair door de baan marcheert. Ik zou willen zeggen “heel erg”! Deze signalen zijn symptomen van een groter rijkunstig probleem, namelijk gebrek aan Durchlässigkeit: het ontspannen aannemen van de hulpen en daarmee ongedwongen en met lichtheid de oefeningen uitvoeren. In het klassieke rijden is dat de basis van het hele paardrijden. Dat wij daar problemen mee hebben is ernstig.
KNHS laat de sport in de steek
Het probleem vindt zijn oorzaak in de basisopleiding van veel paarden, waar voorbij wordt gegaan aan de eerste drie fases van het trainingsscala: Takt, Losgelatenheid, Aanleuning. De stap naar de volgende fases Impuls, Rechtrichten en Verzameling wordt te snel gemaakt om daarmee de jonge paarden klaar te maken voor het grote werk.
Die aandacht voor de basis zou bij onze Nederlandse instructeurs en juryleden voorop moeten staan. Om te voorkomen dat wij structureel achterop gaan raken op de ons omringende landen, moet de KNHS als nationaal opleidingsinstituut niet alleen op papier, maar ook in de praktijk veel meer aandacht schenken aan de basisopleiding van zowel jonge ruiters als hun paarden. Topsport is leuk, een talentenplan voor topruitertjes klinkt prima. Maar zonder een goede basisopleiding gaan wij onze positie verliezen op het wereldtoneel, ondanks het feit dat wij over zulke goede paarden beschikken. De nieuwe wind die er moet gaan waaien begint bij de instructie. Dat is een mooie uitdaging voor de nieuwe directeur Topsport bij de KNHS!